Sancties

Wanneer de operator de inbreuk niet regulariseert (bv. de drie eerste enforcementniveaus hebben niet tot de regularisatie geleid), dan kan er een sanctie worden opgelegd.

Er zijn twee maatregelen mogelijk:

Deze maatregelen worden «strafmaatregelen » genoemd, want ze kunnen leiden tot een strafrechtelijke of administratieve sanctie t.a.v. de operator.

Een strafrechtelijke of administratieve sanctie ontheft de operator niet van de regularisatie van de inbreuk.

1. Vereenvoudigde administratieve boete

De nucleaire inspecteur legt een vereenvoudigde administratieve boete op, met naleving van het koninklijk besluit van 20 december 2007 tot bepaling van de modaliteiten van de administratieve procedure van betaling van geldboetes ingesteld door de FANC-wet. De bedragen van de vereenvoudigde administratieve boetes worden bepaald in voormeld koninklijk besluit. Voor eenzelfde inbreuk mag de nucleaire inspecteur geen twee opeenvolgende vereenvoudigde administratieve boetes opleggen.

2. Aanvankelijk proces-verbaal

De nucleaire inspecteur stelt een aanvankelijk proces-verbaal op voor het Parket van het gerechtelijk arrondissement van de plaats waar de vastgestelde inbreuk heeft plaatsgevonden. Met dit aanvankelijk proces-verbaal worden de gerechtelijke instanties officieel op de hoogte gebracht, wat kan leiden tot een strafrechtelijke of administratieve vervolging.

De strafrechtelijke vervolging gebeurt door het Parket.

De administratie vervolging gebeurt door het FANC en kan leiden tot een standaard administratieve boete, zoals vermeld in het koninklijk besluit van 20 december 2007 tot bepaling van de modaliteiten van de administratieve procedure van betaling van geldboetes ingesteld door de FANC-wet.

Wanneer de overtreder of de burgerlijke aansprakelijke persoon in gebreke blijft m.b.t. de betaling van de administratieve boete binnen de opgelegd termijn en de eventuele beroepsmogelijkheid is uitgeput, dan kan de beslissing genomen worden om een administratieve boete met uitvoerbare kracht op te leggen en de Directeur-generaal kan een dwangbevel uitvaardigen, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in het koninklijk besluit van 08/06/2015.