Fysieke beveiliging van kernmateriaal

Nationale regelgeving

Om een wettelijke basis aan de fysieke beveiliging van het kernmateriaal en de nucleaire installaties te verlenen, werd de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle door de volgende wetten gewijzigd:

  1. de wet van 2 april 2003 tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie ;
  2. de wet van 30 maart 2011 tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot wijziging van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen.

De wijzigingen aan de bovenvermelde wet van 11 december 1998 hebben als voornaamste doel om mensen die (nog) niet over een veiligheidsmachtiging beschikken, in bepaalde gevallen toegang te verlenen tot materiaal, zones en documenten die krachtens de voormelde wet van 15 april 1994 gecategoriseerd zijn, mits compenserende maatregelen (o.a. veiligheidsattest).

De volgende vier koninklijke besluiten vormen het reglementair kader van de fysieke beveiliging van het kernmateriaal, de nucleaire installaties en het nucleaire vervoer:

  1. Koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de fysieke beveiliging van het kernmateriaal en de nucleaire installaties (« KB Fysieke beveiliging ») ;
  2. Koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de categorisering en de definiëring van veiligheidszones in de nucleaire installaties en de nucleaire vervoersbedrijven (« KB Veiligheidszones ») ;
  3. Koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de veiligheidsattesten voor de nucleaire sector en tot regeling van de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of tot de nucleaire documenten in bepaalde bijzondere omstandigheden (« KB Veiligheidsattesten ») ;
  4. Koninklijk besluit van 17 oktober 2011 houdende de categorisering en de bescherming van nucleaire documenten (« KB Documenten »).
     

Aanbevelingen van het IAEA

Elke staat is verantwoordelijk voor de invoering en het behoud van een nationaal fysiek beveiligingssysteem voor het kernmateriaal en de kerninstallaties (hetzelfde geldt voor de radioactieve stoffen). Toch is de internationale dimensie op dit gebied, zoals tegenwoordig op vele andere gebieden, overal en altijd aanwezig omdat het beveiligingssysteem dat al dan niet door een staat werd opgericht belangrijke gevolgen kan hebben voor de nucleaire veiligheid van zijn buurlanden.

Het is op basis van deze vaststelling dat het IAEA in 1972 besloot  om zijn eerste aanbevelingen voor de fysieke beveiliging van het kernmateriaal (INFCIRC 225) te publiceren, om zo de lidstaten te helpen bij het definiëren van hun nationaal fysiek beveiligingssysteem.

INFCIRC 225 « Recommendations for the Physical Protection of Nuclear Material » werd sindsdien al vijf keer herzien: in 1977, 1989, 1993, 1999 en 2011.

De herziening van 1999 is vooral belangrijk omdat toen bepalingen werden ingevoerd m.b.t. de sabotage van kernmateriaal en kerninstallaties. Sinds 1999 werden de aanbevelingen van het IAEA omgedoopt in : « Recommendations for the Physical Protection of Nuclear Material and Nuclear Facilities  ».

Meer informatie :

 

 

Laatst aangepast op: 19/11/2019