Mammografie

Voor mammografieonderzoeken wordt de DRL in AGD (Average Glandular Dose - GKD Gemiddelde klierweefseldosis) per opname uitgedrukt.

Na afloop van de vierde iteratie van de dosimetriestudies voor de mammografie (01/11/2017 – 31/10/2020) zijn de waarden van de DRL niet veranderd. Deze waarden worden gepubliceerd in het technisch reglement van 20 oktober 2022 houdende diagnostische referentieniveaus in radiodiagnose met röntgenstraling en zijn hieronder vermeld.

De DRL voor de mammografie wordt bepaald op basis van het 95e percentiel van de verdeling van de waarden voor de AGD voor een gecomprimeerde borstdikte van 55 mm.

Een streefwaarde wordt ook gedefinieerd en kan als haalbare waarde beschouwd worden voor een standaard patiënt, bij gebruik van moderne beeldvormingstoestellen en een geoptimaliseerd acquisitieprotocol.

MAMMOGRAPHIE AGD (mGy) per opname
DRL (P95) Streefwaarde
Alle beeldopnames 2,0 1,4

DRL’s en streefwaarden per gecomprimeerde borstdikte zijn hieronder vermeld en kunnen gebruikt worden voor optimalisatie doeleinden.

Gecomprimeerde borstdikte (mm) AGD (mGy) per opname
DRL (P95) Streefwaarde
32 1,6 0,9
45 1,8 1,1
53 2,1 1,3
60 2,4 1,5
75 3,2 1,8
90 4,0  2,3 

DR-systemen (directe digitale radiografie – Direct Radiography) zijn veel meer gangbaar dan CR-systemen (fosforschermen, geïnformatiseerde radiografie – Computed Radiography) en radiografische films, die nu alleen een paar toestellen uitrusten. Gezien de dosis veel verandert in functie van het type detector, wordt aanbevolen dat het relatieve aantal van toestellen voor mammografie die gebruik maken van DR-detectoren nog verhoogt.

Het Besluit Medische Blootstellingen van 13 februari 2020 vermeldt verder dat toestellen voor mammografie met een beeldreceptor die gebruik maakt van fosforplaten (CR) of radiografische film, niet meer in dienst mogen gesteld worden vanaf maart 2022.

 

Laatst aangepast op: 06/02/2023